Troost voor Middeleeuwse gevangenen. 

Met zo’n naam verwacht je niet anders dan een stevig verhaal. We keren terug naar de vijftiende eeuw. Het oudste bewaarde gebouw van Antwerpen – het Steen – was toen niet het toeristische onthaalcentrum dat het vandaag is, maar een Middeleeuwse gevangenis.

Charmeoffensief van Nederlandse zakenman
Stap je vandaag het Steen binnen, dan zie je onder de glazen betegeling nog altijd de oude kerkers. Het zijn die kerkers die de Dordrechtse zakenman Pieter Pot in de vijftiende eeuw de inspiratie gaven voor het roggeverdommeke.

Pot gebruikte de Schelde als belangrijke vaarroute voor zijn handel met het Midden-Oosten. Hij wilde zich daarom aansluiten bij de Antwerpse elite, maar dat bleek als niet-Antwerpenaar niet zo gemakkelijk.

Rozijnen als zoethoudertje
Om de harten van de Antwerpenaars te veroveren, liet Pot z’n hangars vol rogge steken. Met die rogge maakt hij broodjes voor de gevangenen in het Steen. In die tijd verdoemden genoemd. De vrijgevigheid van Pot ging niet onopgemerkt voorbij. De sinjoren waren gecharmeerd door het culinaire offensief en de elite ontvingen de zakenman met open armen.

De familie Pot stond vanaf dan hoog aangeschreven. Twee van zijn zonen schopten het nog tot burgemeester. Pas later voegden ze rozijnen toe aan het roggebroodje. De pittige, lichtzure smaak met het hartige van de rogge bleek een voltreffer. En dat is het meer dan vijfhonderd jaar later nog altijd.

Naam: Roggeverdommeke
Locatie: ‘t Stad
Oorsprong: 1415
Ingrediënten: rogge, tarwe, water, gist, zout, vetstof en rozijnen